Titelverdediger Hans van den Buverie: ‘Tijdrit Almere heeft bijzonder veel sfeer’
Met een snelheid van gemiddeld ruim 47 kilometer per uur, 47,03 om precies te zijn, kwam de Belgische Hans van den Buverie afgelopen jaar als eerste over de finish van de Tijdrit Almere. Hij werkte de hoofdafstand – 42 kilometer – af in slechts 54:37 minuten. ,,Deze tijdrit is sfeervol, goed georganiseerd en mag je eigenlijk niet missen.”
Vooralsnog is het echter niet helemaal zeker of Van den Buverie er zelf weer bij is op 20 april 2019. Hij wil graag, heel graag zelfs en doet er dan ook alles aan, maar wordt nog gehinderd door een blessure in de heup. ,,Ik ben niet honderd procent fit, maar dat komt nog wel. Naast het rijden van tijdritten doe ik veel aan triathlons en duathlons. Afgelopen jaar had ik al langer last van mijn heup. Dat is toen allemaal goed onderzocht en het bleek dat de kop van de heup niet mooi van vorm was. Dat begon te wrijven en gaf irritaties als slijtage en ontstekingen. De kop is inmiddels bijgeschaafd, maar het is een vervelende blessure die continu een zeurende pijn geeft. Gelukkig gaat het nu steeds beter en heb ik op de fiets weinig last. Ik heb de afgelopen maand alweer flink kunnen fietsen.”
‘Een hoog tempo, zo goed mogelijk in je ritme geraken’
Het seizoen van Van den Buverie gaat er desondanks anders uit zien dan normaal: minder triathlons en daardoor misschien wat meer op de fiets. De Tijdrit Almere wil hij in ieder geval niet missen. ,,Deze wedstrijd doe ik heel erg graag. Ik heb hem al vier keer gereden, vier keer op het podium gestaan en bij de heren onder veertig zelfs vier keer gewonnen. De lange, rechte wegen door de polder liggen mij erg goed. Het constant pushen, dat past mij wel. Een hoog tempo, zo goed mogelijk in je ritme geraken.”
Volgens Van den Buverie is de kunst van een wat langere tijdrit het zo goed mogelijk doseren van je krachten. ,,Afzien wordt het sowieso. Dat doe je bij elke tijdrit, kort én lang. Zelf probeer ik de eerste helft altijd tegen mijn grens aan te rijden en de laatste vijf tot tien minuten echt alles te geven. Ik kan de eerste tien minuten wel vierhonderd watt trappen, maar dat ga ik toch niet volhouden. Dat zou dus helemaal geen zin hebben. Juist daarom gebruik ik mijn wattages als bovengrens: zo houd ik in de gaten over welke grens ik vooral niet heen moet gaan.”
Grootste meerwaarde
Voor Van den Buverie is de Tijdrit Almere sowieso een wedstrijd die jaarlijks met een rode stift wordt omcirkeld in de agenda. ,,De sfeer is altijd geweldig. Er is veel publiek, er zijn veel deelnemers en ook nog eens van alle niveaus. Ook eliterijders. En het leuke is dat al deze renners elkaar als gelijken behandelen. Voor elk type en niveau tijdrijder is hier dus iets te beleven: dat is misschien nog wel de grootste meerwaarde van deze race.”